Publicatie 4


Wajong-uitkering

Als gevolg van de nieuwjaarsbrand zijn verscheidene jongeren geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt geworden. Hieronder vallen ook jongeren die op het moment van de brand nog niet werkten of nog op school zaten of studeerden. Als deze jongeren nu nog steeds arbeidsongeschikt zijn (voor een kwart of meer), dan kunnen zij een “Wajong-uitkering” aanvragen. Dat is een uitkering voor jongeren en studerenden die nog niet gewerkt hebben en daardoor geen aanspraak kunnen maken op een WAO-uitkering. De uitkering gaat in nadat de jongere 18 jaar is geworden en 52 weken geheel of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is geweest. De uitkering wordt ook toegekend als de arbeidsongeschikte jongere gewoon naar school blijft gaan of blijft studeren. In dit artikel geeft Sander Schilder, belastingadviseur en vennoot bij kantoor Groesbeek & Vos fiscaal economen, een toelichting op de wajong-uitkering. Het is belangrijk dat slachtoffers en hun ouders deze toelichting lezen, omdat de wajong-uitkering in een aantal gevallen al vóór 30 september a.s. moet worden aangevraagd.

Naast onzegbaar menselijk leed heeft de nieuwjaarsbrand veel slachtoffers ook ernstige financiële schade berokkend. Ten behoeve van die slachtoffers zal ik namens de SSNV en Het Anker in de Nivo een aantal financiële en fiscale onderwerpen belichten waarmee die slachtoffers te maken kunnen krijgen. Voordat ik hiermee begin wil ik allereerst mijn oprechte deelneming betuigen aan de ouders en overige familieleden van de overleden kinderen. Ook wil ik mijn sympathie en diepe respect uitspreken voor alle slachtoffers die deze verschrikkelijke ramp hebben overleefd en van wie velen nog een lange weg te gaan hebben.

Het eerste onderwerp dat ik namens de SSNV en Het Anker hieronder ga behandelen is de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). Ik besef dat dit onderwerp voor slachtoffers en ouders gevoelig kan liggen, echter de noodzaak om dit onderwerp reeds nu te behandelen, heeft met de wettelijke termijnen te maken, waarbinnen een aanvraag moet worden ingediend. Hierover volgt later meer.

Wet voor jonggehandicapten

Op 1 januari 1998 is de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (hierna te noemen: wajong) van kracht geworden. Deze wet regelt uitkeringen aan jonggehandicapten en studerenden, die al op jeugdige leeftijd arbeidsongeschikt zijn geworden, en nog niet gewerkt hebben en daardoor geen aanspraak kunnen maken op de WAO.

Wie kunnen er gebruik maken van de wajong?

De zogenaamde jonggehandicapte kan een beroep doen op de wajong. Een jonggehandicapte is iemand die:
1. op zijn/haar 17e verjaardag reeds arbeidsongeschikt is; of
2. na zijn/haar 17e verjaardag arbeidsongeschikt wordt en in het jaar daaraan voorafgaand ten minste 6 maanden heeft gestudeerd. Een persoon wordt als studerend aangemerkt als:
a.) hij/zij studiefinanciering ontvangt o.g.v. Wet op de Studiefinanciering, de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of de Wet tegemoetkoming studiekosten; of
b.) de ouders i.v.m. de studie kinderbijslag ontvangen; of
c.) hij/zij i.v.m. onderwijs of een beroepsopleiding overdag lessen of stages volgt gedurende gemiddeld 213 uren per kwartaal, zolang hij of zij de leeftijd van 30 jaar nog niet heeft bereikt.


De jonggehandicapte komt in aanmerking voor een uitkering als:
1. er sprake is van 52 weken onafgebroken arbeidsongeschiktheid; en
2. na deze periode van 52 weken nog sprake is van tenminste 25% arbeidsongeschiktheid; en
3. hij of zij tenminste 18 jaar is.

Een wajong-uitkering kan dus op zijn vroegst ingaan als iemand 18 jaar is geworden.
Een uitkering wordt in beginsel toegekend voor een periode van 5 jaar, maar kan eerder worden ingetrokken als er geen dan wel voor minder dan 25% sprake is van arbeidsongeschiktheid. Voor iedere 5-jaarsperiode beoordeelt het Gak opnieuw of een uitkering kan worden toegekend.

Aanvragen en toekenning van een wajong-uitkering

Een belanghebbende moet een wajong-uitkering zelf aanvragen. Daar de wajong-uitkering pas ingaat vanaf de 18 jarige leeftijd, voorafgegaan door een wachttijd van 52 weken, heeft het geen zin om voor het bereiken van de 17-jarige leeftijd een aanvraagformulier in te vullen.
Het daarvoor bestemde aanvraagformulier moet uiterlijk binnen negen maanden, nadat men (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt is geworden, volledig ingevuld bij het GAK-kantoor ingediend zijn.

Kort gezegd, de slachtoffers die ten tijde van de nieuwsjaarbrand 17 jaar of ouder waren en arbeidsongeschikt zijn geraakt moeten vóór 30 september 2001 hun aanvraagformulieren bij het Gak-kantoor Alkmaar hebben ingediend. Naast deze publicatie zal Het Anker ook via een schrijven de slachtoffers gaan benaderen.

Voor verdere vragen kan contact opgenomen worden met de Klantenservice van het Gak-kantoor. Het telefoonnummer is 072-5493111. Aldaar kan tevens gevraagd worden naar de betreffende aanvraagformulieren. Tevens zijn deze aanvraagformulieren bij Het Anker te verkrijgen waar hulp bij de invulling kan worden gevraagd.

Onderzoek

Nadat de aanvraag voor een wajonguitkering tijdig is ingediend, zal de aanvrager opgeroepen worden voor een tweeledig onderzoek, te weten: een onderzoek door een verzekeringsarts en een arbeidskundig onderzoek. Op basis van deze onderzoeken stelt het Gak vast of er sprake is arbeidsongeschiktheid en zo ja, in welke mate.

Mate van arbeidsongeschiktheid

De mate van arbeidsongeschiktheid wordt bepaald door het verschil tussen de volgende bedragen:

A.) Het bedrag dat de betrokkene zou kunnen verdienen (bruto) met zijn of haar baan als er geen sprake zou zijn van arbeidsongeschiktheid. Als hij of zij niet werkt is dat bedrag het brutominimum(jeugd)loon. Hierna: bedrag A.
B.) Het bedrag dat betrokkene nog met gangbare arbeid zou kunnen verdienen. Hierna: bedrag B. Een verzekeringsarts bepaalt allereerst wat de lichamelijke of geestelijke beperkingen zijn. Op basis daarvan bekijkt de arbeidsdeskundige welk werk aanvrager nog kan doen en wat daarmee verdiend kan worden.

Het verschil tussen bedrag A en bedrag B wordt uitgedrukt in een percentage van bedrag A. Dat is de mate van arbeidsongeschiktheid. Als bijv. een aanvrager die geen werk heeft met gangbare arbeid ongeveer de helft van het brutominimum(jeugd)loon zou kunnen verdienen, is er sprake van 50% arbeidsongeschiktheid.

Uitkeringspercentage en hoogte uitkering

Als de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld door het Gak, kan nagegaan worden welk uitkeringspercentage daarbij hoort. De onderstaande tabel geeft dit aan en de hierbij behorende wajong-klasse.

Wajong-klasse Mate van arbeids-ongeschitkheid Percentage Uitkering
1 25-35% 21%
2 35-45% 28%
3 45-55% 35%
4 55-65% 42%
5 65%-80% 50,75%
6 80-100% 70%

De wajong-uitkering is gebaseerd op het bruto minimumloon dat voor de betreffende leeftijdscategorie geldt. Echter, bij een arbeidsongeschiktheid onder de 25% komt de aanvrager niet voor een uitkering in aanmerking. Bij 80-100% arbeidsongeschiktheid bedraagt de uitkering maximaal 70% van het voor de leeftijd geldende bruto minimum(jeugd)loon. Bij een leeftijd van 18 jaar bedraagt het bruto minimumjeugdloon op jaarbasis f. 15.339 (per 1 juli 2001).

Het recht op wajong kan in beginsel samenlopen met een recht op een uitkering volgens de WAO. De wajong-uitkering wordt dan alleen uitbetaald voor zover deze hoger is dan de WAO-uitkering.

In sommige gevallen kan de wajong-uitkering onder bepaalde voorwaarden worden verhoogd tot maximaal 100% van het voor de leeftijd geldende brutominimum(jeugd)loon. Dit geldt alleen indien er sprake is van 80-100% arbeisongeschiktheid en er geregelde oppas en verzorging nodig is. Of de aanvrager hiervoor in aanmerking komt, zal tijdens de aanvraag en het onderzoek door het Gak in haar beslissing worden meegenomen. Ik adviseer een ieder dan ook hier op te wijzen indien die situatie zich voordoet.

Overigens geldt dat aanvrager in bezwaar kan gaan tegen de beslissing van het Gak als hij of zij het niet eens is met de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid. Let dan wel op de gestelde termijn waarbinnen bezwaar moet worden aangetekend. Deze termijn staat vermeld in de beschikking waarin de beslissing van het Gak is opgenomen.

Ioaw-uitkering (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers.)

Diegene die in aanmerking komt voor een wajong-uitkering kan in bepaalde gevallen tevens een ioaw-uitkering aanvragen. Een dergelijke uitkering volgt uit de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers. De aanvrager komt voor een dergelijke uitkering in aanmerking als er sprake is van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en hij of zij geen werk heeft. De hoogte van de uitkering is vrijwel gelijk aan de bijstand, zij het dat de ioaw, evenals de wajong, geen zogenaamde “vermogenstoets” heeft. Het spaargeld of de eigen woning hoeft dus niet eerst “opgegeten” te worden. Een ioaw-uitkering kan bij de gemeente worden aangevraagd.

Scholing en vergoedingen

De wajong geeft niet alleen recht op een uitkering. In sommige gevallen kan betrokkene vergoedingen krijgen voor extra kosten i.v.m. zijn of haar arbeidsongeschiktheid. Dit zal bij het tweeledig onderzoek, dat zoals gezegd wordt ingesteld door het Gak, tevens worden meegenomen. Tevens vergoedt het Gak de kosten van herscholing of een aanvullende opleiding als het Gak vindt dat de kans op een baan daardoor wordt vergroot.

Tenslotte

Tot slot. Ik realiseer mij dat welke som geld dan ook, het leed, de pijn en de achtergebleven littekens niet kan vergoeden. Toch adviseer ik alle slachtoffers de regeling te gebruiken waarvoor deze bedoeld is, ook al is een wajong-uitkering slechts een financiële pleister op de wond.

Drs. S.C.M. Schilder