Publicatie 2


Schenkingen aan slachtoffers


Na mijn onderwerp ‘Wajong-uitkering’ ga ik hieronder in op de fiscale problematiek die speelt bij schenkingen aan slachtoffers van de Nieuwjaarsbrand. Reden om hieraan een publicatie te wijden is dat er over dit onderwerp meer malen vragen zijn gesteld aan de SSNV. Denk bijvoorbeeld aan een gezins-, of familielid of een goede kennis van een slachtoffer die hem of haar een geldbedrag of een bepaalde zaak wil schenken.
Tevens wil ik een ieder wijzen op de fiscale spelregels die hieraan verbonden zijn. In een volgende publicatie ga ik in op de fiscale aspecten die kleven bij schenkingen aan de SSNV.
Deze publicatie richt zich echter niet op een specifieke vraag, maar geeft een beschrijving in zijn algemeenheid. Wel zal ik de publicatie zodanig schrijven dat de vragen die leven en gesteld zijn merendeels daarmee beantwoord (kunnen) worden. Tot slot geef ik nog een paar praktische tips ter besparing van schenkingsrechten.

Wat is een schenking?

Er is sprake van een schenking in fiscale en civielrechtelijke zin als iemand (de schenker) uit vrijgevigheid iets geeft aan een ander (de begiftigde) en de schenker daardoor armer wordt, terwijl de begiftigde wordt verrijkt. Een schenking kan zowel in geld als in een bepaalde zaak plaatsvinden. Er zijn zogenaamde formele en materiële schenkingen. Het voert hier te ver door om op de verschillen in te gaan. Voor beide vormen geldt dat er in een aantal gevallen een notariële akte benodigd is, zoals schenking van een onroerende zaak, aandelen op naam in een B.V. of schuldigerkenning.
Geen notariële akte is vereist voor schenkingen van roerende zaken (bijvoorbeeld een auto, kunstwerken), geldsommen, obligaties etc.
Er kan ook geschonken worden aan een minderjarige. Deze kan de schenking pas aanvaarden als zijn wettelijke vertegenwoordiger (lees ouder(s)) ermee instemt. Als er voor de schenking een notariële akte benodigd is, zal uit de akte de instemming van de wettelijke vertegenwoordiger moeten blijken.


Wat is belast bij schenking?

Belast is de verkrijging. Met andere woorden, wat het geschonkene op het moment van de verkrijging waard is in het economische verkeer. De tarieven van de schenkingsbelasting zijn progressief waarbij de hoogte van het tarief afhankelijk is van het geschonken bedrag en van wie het geschonkene verkregen wordt.
Voor schenkingen tussen ouders en kinderen geldt dat schenkingen binnen één kalenderjaar moeten worden samengevoegd voor de berekening van de hoogte van de schenkingsbelasting. Samenvoeging van schenkingen van ouders aan kinderen binnen een kalenderjaar gebeurt ook bij gescheiden ouders.

Voor alle andere schenkingen, niet zijnde tussen ouders en kinderen, dient men voor de berekening van de hoogte van de schenkingsbelasting de schenkingen die gedaan zijn binnen een periode van 24 maanden samen te voegen. Voor dergelijke schenkingen geldt dus niet het kalenderjaar als tijdvak.

Vrijstellingen

Er bestaan voor verschillende soorten van schenkingen bepaalde vrijstellingen.
Hieronder behandel ik drie soorten.

1. Schenking gedaan door een instelling ten algemeen nut.
Schenkingen gedaan door een dergelijke instelling, zoals bijvoorbeeld de SSNV is, zijn volledig vrijgesteld voor zover de uitkeringen zijn gedaan volgens haar statuten.

2. Schenking ouders aan kind
Schenkingen in 2001 die worden verkregen door een kind van de ouders zijn tot een bedrag ad f. 8.545 (voor 2001) vrijgesteld. Als de schenking of het totaal van de schenkingen in een kalenderjaar meer dan f. 8.545 is, is ‘slechts’ over het meerdere schenkingsbelasting verschuldigd.
Verder geldt nog een éénmalige verhoogde vrijstelling van f. 42.727 (voor 2001) voor een schenking van de ouders aan een kind dat tenminste 18 jaar en nog geen 35 jaar is. Als de ouders en het kind in enig jaar gebruik maken van deze vrijstelling kan er geen gebruik worden gemaakt van de normale jaarlijks vrijstelling. Tevens dient er voor een beroep op de verhoogde vrijstelling tijdig aangifte van schenking gedaan te worden, ook al is er geen schenkingbelasting verschuldigd. Is de schenking hoger dan het vrijgestelde bedrag ad f. 42.727 dan is wederom alleen over het meerdere schenkingsbelasting verschuldigd.

3. Schenking in andere gevallen
Voor schenkingen verkregen door een slachtoffer van derden geldt een vrijstelling groot f. 5.126 (voor 2001) per 24 maanden. In tegenstelling tot het voorgaande geldt dat, als de schenking of het totaal van de schenkingen binnen de 24 maanden het bedrag van de vrijstelling overschrijden, de vrijstelling geleidelijk in zijn geheel komt te vervallen en derhalve toch over het gehele bedrag van de schenking(en) schenkingsbelasting verschuldigd is.

Tarieven

Zoals ik heb aangegeven is de heffing van de schenkingsbelasting gestoeld op basis van een progressief tarief waarbij de hoogte van het tarief afhankelijk is van het geschonken bedrag en van wie het geschonkene verkregen wordt.
In casu zijn er drie tariefgroepen.

A.) Tariefgroep I.
Deze categorie geldt onder meer voor de schenkingen tussen echtgenoten, van ouders aan kinderen, en, onder bepaalde voorwaarden, ook voor samenwonenden.
Het tarief begint bij 5% en loopt op tot maximaal 27% (boven f. 1,7 mln.). Voor schenkingen van grootouders aan kleinkinderen geldt een opslag van 60% over deze tarieven.

B.) Tariefgroep II
Deze categorie geldt voor de schenkingen tussen broers en zussen en schenkingen van kinderen aan hun (groot)ouders.
Het tarief begint bij 26% en loopt op tot maximaal 53%. (boven f. 1,7 mln.)

C.) Tariefgroep III

Deze categorie vormt de restgroep. Alle verkrijgingen die niet in tariefgroep I of II kunnen worden belast, worden in deze tariefgroep belast. Een voorbeeld is een schenking aan neef/nicht verkregen van zijn oom/tante. Ook niet familiaire banden, zoals kennissen en vrienden vallen hieronder.
Het tarief begint bij 41% en loopt op tot maximaal 68% (boven f. 1,7 mln.).

Aangifte indienen

Normaliter doet de verkrijger (degene die de schenking ontvangt) aangifte voor de schenkingsbelasting. Begrijp goed dat er alleen aangifte gedaan hoeft te worden indien er sprake is van een zogenaamde ‘belaste schenking’ of als er een beroep gedaan wordt op de eenmalige verhoogde vrijstelling voor schenkingen van ouders aan kinderen tussen de 18 en 35 jaar. Er is geen sprake van een belaste schenking als de schenking binnen de grenzen van een vrijstelling blijft. In dat laatste geval hoeft u geen aangifte te doen, behoudens bij een beroep op de eenmalige verhoogde vrijstelling.

Indien er wel sprake is van een belaste schenking dan dient er binnen twee maanden na de schenking de Belastingdienst worden verzocht een aangiftebiljet uit te reiken. U kunt er niet van uit gaan dat de verkrijger namelijk zelf van de Belastingdienst een aangiftebiljet ontvangt. Dus dient de verkrijger tijdig, om binnen de tweemaandstermijn te blijven, de Belastingdienst te verzoeken om uitreiking van een aangiftebiljet.

Voor schenking van ouders aan kinderen geldt een uitzondering op de genoemde regels voor het aanvragen van aangiftebiljet. In die gevallen moet uiterlijk binnen 2 maanden na afloop van het kalenderjaar waarbinnen de schenking plaatsvond, derhalve vóór 1 maart van het volgend jaar, een aangiftebiljet worden aangevraagd.

Heeft de Belastingdienst vervolgens op het verzoek een aangiftebiljet uitgereikt, dan dient dit biljet binnen één maand te worden ingediend, ook als achteraf blijkt dat er geen schenkingsrecht verschuldigd is.
Wordt het biljet niet of niet tijdig ingediend dat kan de Belastingdienst een zogenaamde ‘ambtshalve aanslag’ met een boete opleggen.


Tips ter besparing van schenkingsrechten

A.) Schenking ‘vrij van recht’

Deze vorm van schenken houdt in dat niet de verkrijger maar de schenker zelf over het geschonkene de schenkingsbelasting moet betalen. Deze vorm van schenken is met name voordelig in gevallen dat er geen of een verre familieband aanwezig is en schenker en verkrijger uitgaan van een totaalbedrag, zijnde de schenking inclusief de schenkingsbelasting. Mijn advies is dus om deze mogelijkheid in alle gevallen te onderzoeken.

B.) Kleinere bedragen over een lange periode

Een dergelijk tip is niet moeilijk te verzinnen, echter kan een aanzienlijke besparing van de schenkingsbelasting opleveren. Ik gaf aan dat de vrijstelling bij “schenking in andere gevallen” (ad. 3 in hoofdstuk “vrijstellingen”) per 24 maanden f. 5.126 bedraagt en geleidelijk komt te vervallen indien de schenking meer bedraagt. Een goede planning kan er voor zorgen dat precies de vrijstelling wordt volgelopen.

Voor schenkingen van ouders aan hun kind gaat deze tip ook op. Weliswaar vervalt de vrijstelling (ad. 2 in hoofdstuk “vrijstellingen”) niet als het geschonken bedrag de vrijstelling overschrijdt, echter naarmate de schenking hoger wordt loopt het tarief waarover afgerekend moet worden op. Het is dan zinvol om bijvoorbeeld de eerste termijn in december te schenken en de rest in januari daarna.

C.) Schenking aan slachtoffer via schenking aan ouders

Een schenking van zeg f. 40.000 van een oom aan zijn neefje, bijvoorbeeld de zoon van zijn zus, is een schenking die tegen het tarief van tariefgroep III wordt belast, dus beginnend vanaf 41%.

Door allereerst de oom dit bedrag aan zijn eigen zus te schenken, waarna vervolgens de moeder het bedrag, na aftrek van de door haar verschuldigde schenkingsbelasting, door schenkt aan haar eigen kind wordt een duidelijk tariefsvoordeel behaald. Tezamen wordt in dit laatste geval 31% in plaats van 41% betaald. Daar komt nog bij dat bij de schenking van de moeder aan haar eigen kind gebruik kan worden gemaakt van de vrijstelling tussen ouders en kind. Stel dat ook nog eens gebruik wordt gemaakt van de eenmalige verhoogde vrijstelling, is er ‘slechts’ 26% aan schenkingsbelasting verschuldigd, namelijk het tarief ingevolge de schenking tussen broer en zus.

D.) Uitstellen van schenkingen

Naar aanleiding van het rapport van de werkgroep-Moltmaker zijn verschillende voorstellen gedaan tot modernisering van de Successiewet die stamt uit het jaar 1956.

Naar het er nu uitziet zal er op niet al te lange termijn (misschien reeds per 1 januari 2003) een algehele wijziging van deze wet gaan komen. Door de werkgroep is een aantal suggesties gedaan op gebied van vrijstellingen, tariefgroepen, en tarieven die uiteindelijk er toe kunnen leiden dat in sommige gevallen – met name in gevallen van schenkingen anders dan tussen ouders en kind - het voordelig is om nog even te wachten met het doen van schenkingen boven de nu al geldende vrijstellingen.

E.) Testament

Het kan zijn dat er een persoon in de omgeving van een slachtoffer is die het slachtoffer bij zijn overlijden willen laten mededelen in de erfenis. Indien dat het geval is, bedenk dat het noodzakelijk is dat het slachtoffer als erfgenaam of als legataris genoemd wordt in het testament.

Tenslotte

In het bovenstaande heb ik getracht een beschrijving te verstrekken van de fiscale gevolgen voor de schenkingsbelasting die aanwezig is bij het schenken. Doel is de vragen die leven en gesteld zijn te beantwoorden. Tevens een ieder te laten beseffen, hoezeer ikzelf een belastingheffing bij dergelijke schenkingen uit menselijk oogpunt geheel onterecht vind, dat een dergelijke fiscale problematiek wel speelt. Verder heb ik nog een paar praktische tips ter besparing van de schenkingsbelasting gegeven. Deze kunnen uiteraard ook in combinatie met elkaar worden gebruikt.

Wel adviseer ik een ieder voor wie bovenstaande problematiek speelt, zich te laten bijstaan door een deskundige adviseur daar deze problematiek specifieke kennis vereist.

Drs. S.C.M. Schilder